Het is zondag en ochtend.
Twee heilige woorden.
In het tabernakel van mijn leven.
De kleinkinderen hebben mij uitgekleed.
Van minnaar tot opa.
Een pijnlijke vervelling.
Gisteren nog gast en geliefde.
In een dromerig decor.
De zee als helende hemel voor zondige verliefden.
Gelukkige gezalfden, erfgenamen van het geluk.