Jij bent
het licht dat over de ochtend valt
de merel in m’n tuin
als de schemering de avond overvalt
Jij bent
de wind die in de struiken speelt
de zucht die onze lakens streelt
als de blauwe kamer ons omarmt
Jij bent
het boek dat loslippig openvalt
het leeslint tussen de dagen
van mijn Dinska Bronska alphabet
Jij bent
mijn litanie, mijn rozenkrans,
mijn maanlicht en mijn schaduw,
mijn vederlicht, mijn tegenlicht,
mijn goddeloos tabernakel.
PS.
Ach, et Dieu créa la femme.
En maakte zichzelf zo overbodig.
Het Paradijs verdween in haar ogen.
En haar aards lichaam werd de zevende hemel.
Adam keek ernaar. En zag dat het goed was.
Dieu créa l’homme et, ne le trouvant pas assez seul,
il lui donna une compagne pour lui faire mieux sentir sa solitude.
Paul Valery
http://www.youtube.com/watch?v=f2fCcggNkTs
187.167
187178