Hoe ik wacht.
Niet op Godot. Of God.
Beide heren ken in niet.
Maar op het onverwachte.
Van een oogopslag.
Een vlinder op een vitrine.
Een uitzicht
op buiten. Een inzicht.
Naar binnen.
Hoe ik een nest
van woorden bouw.
Omdat een huismus niet anders kan.
Trekvogels rusten amper.
Zij schrijven in de lucht.
Zwaluwen zitten altijd klaar.
Om te vertrekken.
PS.
‘Het onverwachte antwoord’ van Patricia de Martelaere.
De titel alleen al laat mij houden van dit boek.
Onlangs nog zag ik haar minzame Prof op de bus.
Wat is hij oud geworden. Haar aimabele minnaar.
Hoewel ik haar maar één keer gezien heb in mijn leven,
vergeet ik haar niet: oktober 1994. Wellicht vandaag,
het was een zondag toen, twintig jaar geleden.
Ik wil niet getroost worden in dit gemis.
Maar wel koester ik ‘Een verlangen naar ontroostbaarheid’.
Zoals zij schreef.
Sommige mensen laten een levenslang verlangen na.
Een erfenis aan weemoed.
223.638