Er is een boek getiteld De wereld gaat aan vlijt ten onder van Max Dendermonde. Toen ik een jaar of achttien was, raadden vrienden mij aan dat boek te lezen. Het is er nooit van gekomen. Misschien kan jij het namens mij doen.
…
Je wil je hele leven schrijven, zeg je. Maar hoe wil je schrijven? Er zijn mensen die hun hele leven schrijven zonder ooit iets te publiceren. Wil je niet ook erkenning voor het schrijven? Is schrijven zelf genoeg? Ik denk van niet.
…
Luiheid kan opstand zijn en hautaine vrijheid, maar werk kan dat ook zijn. Niet mee doen lijkt aantrekkelijk, maar de daklozen doen ook niet mee. De kunstenaars die beweren niet mee te doen liegen vrijwel altijd. De erkenning die zij krijgen, bewijst dat zij meedoen. De opstand van de kunstenaar wordt gesmoord in complimenten. Hij vindt dat gesmoord worden in complimenten doorgaans aangenaam.
Stukje uit een brief van Arnon Grunberg aan de Vlaamse dichter Charlotte Van den Broeck.
Uit De Standaard der Letteren – 16 juni 2017
…
Ik hoor het zachte gerinkel. En denk aan de vroegmis
van toen. Toen de ochtend nog heilig was.
En God aanbeden werd in volle vroegte.
Ik mocht dan misdienaar zijn. En de bel rinkelen.Geknield voor het altaar.
Maar neen, het is de buurvrouw
die haar witte tuintafel en stoelen opfrist.
Een ritueel om haar ongeluk weg te schrobben.
Denk ik. Want het meubilair wordt nooit gebruikt.
Het is, zoals zoveel, een vitrine. Waar anderen
mogen naar gapen.
En hoe het had kunnen zijn.
Als de werkelijkheid niet tegenspartelde. En vlijt geluk bracht.
PS.
In 1999 gaf schrijfster, filosofe en hoogleraar Patricia de Martelaere aan de VUB het college bij de start van het nieuwe academiejaar. Haar toespraak verscheen later in De Standaard onder de titel ‘Nietzsche en de eeuwige terugkeer van hetzelfde’, en werd ook opgenomen in haar essaybundel Besluiteloosheid . De lezing is vooral een pleidooi om het volledige leven te omarmen, ook als het niet altijd loopt zoals we zouden willen.
Eigenlijk, zegt De Martelaere, houden de meeste mensen niet echt van het leven maar alleen van de leuke momenten, wanneer het goed gaat, de zon schijnt, de liefde bloeit, het werk boeiend is en de bankrekening groeit. Maar hoe ga je om met de momenten wanneer het minder gaat, wanneer twijfel of zelfs wanhoop toeslaan en het leven geen walk in the park is?
Haar stuk eindigt met een aanvulling bij het beroemde adagium van de Latijnse dichter Horatius,
‘Carpe diem’. Dat maxime moet niet luiden: ‘Pluk de dag’, maar: ‘Pluk de dag, ook al is het een distel.’
Uit: “Pluk de distel – John Vervoort”
De Standaard der Letteren – 16 juni 2017
PS.
Ik weet niet of de wet vandaag nog bestaat. Maar toen ik nog kind was, was de distel verboden.
Als de Champetter er eentje op het veld van de boer vond, dan moest de Arm der Wet aan het werk
om die onvlijtige landbouwer een proces te maken. Voor de luie burger idem dito.
Van omarmen was er dus geen sprake. Is trouwens verre van aangenaam.
Liever een korenbloem of een klaproos.
Maar tja, filosofen en dichters hebben de luxe dat anders te zien.
Zelf lijd ik aan Besluiteloosheid.Hoe vlijtig zal ik aan deze dag beginnen?
Alleszins, zou ik liever gesmoord worden in de complimenten. Dan aan vlijt ten onder te gaan.
320569