thuis, een bijzondere reis

augustus 2019 – kristien bonneure
Foto internet – Lijsternest – Kristien Bonneure

 

Thuis

 Alsof je een plek bereikt.
 Om je heen kijkt en weet
 dat je thuis bent.

 Een weiland, vergeten
 langs duinen en bosrand,
 iemand buigt tussen jou
 en een feest – op zoek
 naar de wijn, een gezicht
 wordt zijn eerste woorden,
 wat geschreven werd voor jou
 door een nooit gevoelde hand.

 Alsof je dit al kende
 voor je het zag. Er geweest was
 voor je er zou komen.

 Zo thuis

dichter: Kees Spiering

.                                                                                       °°°°
.

.

Voor of na Corona, mijn leven is weinig of niets veranderd.
.
Zou een slotzuster al iets gemerkt hebben van deze pandemie.
Zou het een verschil uitmaken voor een blinde wanneer de hemel voor altijd bewolkt zou zijn.
En zou een dove de stilte horen van een dode stad.
.

Het is zowat als vragen naar het geluk van de vogels.
Dat van een zwaluw of een mus.
Een trekvogel opgejaagd door Fernweh. Of een huismus vastgekluisterd aan haar dakgoot en Heimweh.

Zou er een verschil zijn in hun vliegen.

.
Het huis waar ik woon is mijn tweede huid.
Mijn minnares en geliefde.
Mijn stenen bruid.
.

Een bel-etage. Met vier verdiepingen en seizoenen.
Een Vivaldi-woning.
Een doodgewoon paleis. Modest en modaal tussen de andere op een woonerf.
.
Waar de trappen mij behoedzaam naar boven dragen. Samen met mij aarzelend trager worden.
Waar het tuindeurtje ongeduldig op mij wacht. Als ik al eens op Citytrip ga. Naar mijn stad.
Waar mijn chaise longue mij naar het Theater voert. Of naar de zee, wanneer de wind in de golvende bomen speelt.
.

Een huis met een T.   Thuis.   Wat een wonderlijk woord. Een werkwoord van liefde.

Zàlig Pasen!

 

 

PS.
Terwijl ik deze woorden verstuur, denk ik aan de vele mensen vandaag,
met een huis. Maar zonder T.
Onder één dak. Met twee of meer, alleen.
.
Zoek je plek. In een kamer, desnoods een zetel.
En metsel je dicht.
Tussen een cover. Van woorden.
.
Ik kon dat vroeger.
In de Vlaamsche Filmkes. Of de prairie.
Terwijl ik samen met Old Shatterhand en Winnetou over de vlakte galoppeerde.
.
Ik wens jou een plekje. Met een T. Die van Toon, bijvoorbeeld.

De mier en de eekhoorn stonden op het strand.
Zij waren al dagenlang op reis, en ook al beleefden zij niets,
zij waren zeer tevreden over hun reis.
‘Het is een bijzondere reis,’ zei de eekhoorn.
De mier knikte.

 

Uit ‘Misschien wisten zij alles’ – Toon Tellegen – pag.182