Lingua franca

.
Het is hard zwijgen, een gedicht.
Herman de Coninck

+++++

Maar vanochtend
schrijft God de Vader een wit gedicht.
In alle stilte.

Hij zwijgt al Zijn Bestaan lang.

Nu eens
met een sneeuwvlok. Of een donderwolk.
Dan weer in het blauw.

Zo onduidelijk leesbaar als Zijn Hemel.

.

De onvoltooid verleden tijd van gemis en verlangen

Het is hard zwijgen, een gedicht

Zo eenvoudig is heengaan:
je trekt een van mijn deuren
achter je dicht, en ik ben weer gesloten,
een soort conciërge in de kelder-
verdieping van mezelf, de rest
is te huur.

Overzichtelijk is het wel:
in mijn keuken staan alle kruiden-
potjes op hun plaats, met een etiket erop.
Zo moeten woorden zich voelen in een gedicht.
De plank met jij-liefje-schatje
is leeg.

Herman de Coninck

Mijn huis spreekt
vele talen.

Het gekibbel en gegiechel
van kleine meisjes.
Het rumoerige geroezemoes
van nageslacht.

Op zondag aan een gedekte tafel.

Die van de stilte.
Van een oude man.
De trappen en hun treden.
Van de wind. En de ramen op een kier.

Vreemd is ook de taal
van haar.
Die komt en gaat.
En het ontbreken dat blijft.

Zoals een gedicht van de Coninck
dat hardnekkig zwijgt.

PS.
De zon heeft het luikje geopend.

View original post 112 woorden meer

Dichterbij

.

Afbeelding Eric Morreel

.

Tussen ochtend en avond
wordt de dag wakker.
Onder wolken, zon of regen.

Hij kwispelt met zijn staart,
kijkt naar het licht
en zijn baasje.

Misschien gaan we wel wandelen.
En houden we de dichter aan de leiband.
Hij kan gevaarlijk zijn.

In de nabijheid van een lezer.

.

Doet de dichter het … of niet?

mijn stad

.

Zonder lezers.

Deze woorden leven
op zichzelf.
Teruggetrokken.

In hun eigen wereld.
Zoals een oude man.
Achter het venster.

Nu en dan beweegt een komma.

.

De onvoltooid verleden tijd van gemis en verlangen

 

 

De zintuigen van de dichter worden gescherpt door de nieuwe indrukken op de plaatsen waar ze komt. Maar ze houdt net zo van vertrouwde plekken en landschappen. Want ook die kunnen vragen oproepen en je alles opnieuw doen overdenken. Want, zoals ze schrijft in ‘reis en bestemming’:

‘het is waar,
in andere steden doen wij meer moeite, kijken
naar peuken en stof op de weg’.

Van hee koos niet toevallig een motto van de bijzondere Oostenrijkse schrijver Robert Walser, voor wie het wandelen zo belangrijk was: ‘Je hoeft niet veel bijzonders te zien. Je ziet al zo veel.’
Dat sluit ook aan bij de manier waarop ze schrijft. Alles in haar poëzie lijkt op het eerste gezicht vredig en vertrouwd. Het rustige ritme van haar gedichten, de herkenbare situaties en de heldere zegging dragen daartoe bij.

Bron: De Morgen 11 oktober 2017 – Verrassingen in het vertrouwde
Alles…

View original post 118 woorden meer

lippen in het enkelvoud

.

Ik ben een roerloze wachter.
Aan de poort.
Van de dag. De weg die kronkelt.

Over de vierenveertig treden
van mijn trap.
Van kamer naar kamer.

Zo leef ik. In afwachting. Van het Waarom.

.

De onvoltooid verleden tijd van gemis en verlangen

lippen550x367
Internet JJ-Art

Maar hoe verder je in het verhaal komt, des te tragischer wordt de arme Diego, die door al dat wachten de grip op zijn leven, maar ook op de werkelijkheid, verliest. Wanneer Zama weer eens geil maar vooral eenzaam in bed ligt, denkt hij:
‘Hier was ik zonder lippen voor mijn lippen.’

‘Ik vroeg me af, niet waarom ik leefde, maar waarom ik geleefd had. Ik veronderstelde dat de reden het wachten was en ik wilde weten of ik nog iets verwachtte. Het leek me van wel. Een mens verwacht altijd meer.’

En daarom trekken we straks weer van luchthaven naar luchthaven. Om te oefenen in wachten, en dus in leven.

Uit: DICHTER bij Ellen – Antonio di Benedetto, Zama, Lebowski, 2017 – De Morgen – 5 juli 2017

.                                                                    +++

Soms spreken ze als vlinders
die over bloemen fladderen
vrij en veranderlijk

dan weer zwijgen…

View original post 58 woorden meer

Het intellect van de onderbuik

‘Niet beginnen bij het hoofd’, leerde Gelèns’ debuut ons al: deze poëzie moeten we vooral ook affectief ervaren vanuit de onderbuik, voorbij louter ratio en intellect. 
Omdat Gelèns echter moeiteloos schakelt tussen typografische spelletjes, ver doorgevoerde meerstemmigheid, momenten van verstilling en intellectuele diepgang, ligt het meer voor de hand dat doorgewinterde poëzielezers mee­gevoerd worden op deze prikkelende stroom van taal én denken.

Het begint al met het eerste woord van Beginnen voor gevorderden, ‘start’, maar dan anders gespeld en gesteld:

sssssssssssssst

a a a a a a

rrrrrrrrrrrrrrrt


Integendeel: opnieuw beginnen is bijzonder moeilijk. Dat is al zo in literaire zin, omdat er complete literatuurgeschiedenis is om je toe te verhouden – naast Van Ostaijen verwijst Gelèns onder ­anderen naar Anneke Brassinga, Louise Glück en Menno ter Braak.
+++
Niet louter het hoofd spreekt Hélèné Gelèns aan. Ze wil ons vooral haar poëzie vanuit de onderbuik laten ervaren.
Wie haar gedichten anno 2023 leest, weet: beginnen moet nu, we zijn al te ver gevorderd.

Jeroen DeraUit: De Standaard der Letteren – 25 februari 2023

°°°

.

 

Bijna 82. En dus te ver gevorderd

Naast mij op tafel
staat een bosje tulpen
te zonnen.

Onbezonnen.

Zij denken niet
aan de wetten van de botanica
maar werden wie ze waren.

Tulpen.  À la Nietzsche.

De commerçant telt
zijn winst
en de koper wordt er gelukkig van.

Deze wet geldt niet voor de poëtica.

 

.

 

PS.
Het intellect van de recensent lijkt mij gezakt te zijn.
Van het hoofd naar de onderbuik.
Het lijkt mij geen goed idee dat darmen het werk van je hersenen overnemen.

Alhoewel recente studie sterk op de onderlinge werking wijst.

.

Amor fati

Als ik iemand zuchtend hoor aftellen naar het weekend of de volgende vakantie, denk ik onmiddellijk aan haar prachtige academische toespraak ‘De eeuwige terugkeer van hetzelfde’. Verwijzend naar Nietzsches amor fati, hield De Martelaere daarin een pleidooi voor een ‘radicale liefde voor het heden, hoe dit ook moge zijn, omdat dat het enige is wat er is’. Ze besloot met de indringende boodschap: ‘Pluk de dag, niet alleen als het een roos is. Ook als het een distel is.’ Die uitspraak is voor mij een mantra geworden die mij beschermt tegen zelfbeklag en mij instant dankbaarheid oplevert.

Uit een artikel van Ruth Lasters. (Cfr. lager)

 

https://books.google.be/books?id=uS5zAAAAQBAJ&pg=PT5&source=kp_read_button&hl=nl&redir_esc=y#v=onepage&q&f=falseGoedemorgen Ruth,Jij maakte Patricia de M. weer wakker in mijn gedachten.Ze lag te slapenonder de hoeveelheid van het alledaagse. Waar wij doortrekken.Soms gruwelijk beangstigend.En dan weer ingedommeld. Onder het stof van de gapende sleur. Die ons toedekt. Met vragen.Ontsnappingspogingen. Uit ‘de ondraaglijke lichtheid van mijn (ons) bestaan’.Stilaan omarm ik ‘De eeuwige terugkeer van hetzelfde’. Als een rustplaats.Een veilig nest.Een land van vertrouwen. Herkenbaarheid.Achter elke hoek en dag ligt het gezegende bekende.Ik hoef dus niet bang te zijn. Van het onverwachte en onbekende.Er is zoal genoegwat kan gebeuren. Dat mijn gemoedsrust kan ontmantelen.
Even onderbreek ik mijn gebenedijd ritueel.
Van stofzuigen. In alle onbenullige hoeken en kanten.
.
Maar zo dadelijk, schrijf ik weer verder met de eeuwige terugkeer van hetzelfde.

En melk ik de dag. Zoals een boerin vroeger haar koe.
Ik groet je. Tussendoor.
.
Met plumeau en swiffer. En een verlangen naar troostbaarheid.
.

.
PS.

https://uvisite.wordpress.com/2014/10/23/het-onverwachte-antwoord/

Als ik maar geen dichter word…

Martijn F. Oosterweel

.

.

Zonder titel

Als ik je zie
haperen mijn zinnen
alsof het stotterende verzen zijn

gekapte strofen, soms rijmende woorden

waarin een strand te wachten ligt
de zon ondergaat in de zuchtende zee
en wij twee

alleen

op de wereld
in jouw ogen
waar het altijd zomer is

tot de avond valt over mijn desolate lakens.






PS.
Laat mij een spaarzame cartoonist worden.
Enkele lettergrepen maar.
En een sobere schets.

O, God wat een dichter. Tussen de regels.





het woord is als een vleugel van de stilte

.

Maar waar moet ik naartoe?

.

De onvoltooid verleden tijd van gemis en verlangen

Every word has its place.

Weet dat ik jou bemin en niet bemin
gezien de twee manieren van het leven,
het woord is als een vleugel van de stilte,
het vuur is voor de helft van kou vervuld.

Pablo Neruda
uit: Honderd liefdessonnetten

Er zijn gedichten geschreven
die je doen verlangen
naar het onbevlekte wit.

Er bestaan versregels
die zo integer spreken
als de stilte.

Lezen is dan de thermiek voor het geschrift.

PS.
Die eeuwige hunkering. Naar jezelf.
In de andere.
Die het vuur brandende houdt. En als het smeult weer oprakelt.

A shadow on the wall.

PS.
Gisteren schoonheid gezien,
zoals ik ze nog nooit zag.
Een veld van rood en bleu de Provence.

Klaprozen en blauwe distels.

Ik moet terug. Straks. Als het zonlicht de kleuren wakker maakt.

https://www.youtube.com/watch?v=q9qwl0rsAgk

http://www.poezie-leestafel.info/pablo-neruda

218.634

View original post

Voortvluchtige minnaressen

Foto BNNVARA

+++

.

.

Parafrase – Maart in Leuven

Er drijft mist
in mijn hoofd
misschien ben ik wel een seniele god

in een kille kerk
of zonder dit te beseffen
het lichtje in de ijskast

ik noteer geen
voortvluchtige minnaressen
meer tussen de kreupele asperges van februari

wordt het ooit nog lente
vraag ik mij af
achter het venster

en bloesemen er weer
gewillige godinnen
aan listige bomen

die ik weldra kan plukken als lispelende pruimen.

.

Februari

De berken staan grauwwit
als dunne aspergeachtige damesbenen
voor het eerst zonder nylons.
Het kreupelhout schuurt knisperig
als een huig-r langs onze kleren;
het kreupelhout waaraan als nevel
de sluiers van door en door luchtig geklede
voor te lompe liefde voortvluchtige,
altijd een beetje te licht lachende minnaressen
zijn blijven hangen.

Het is niet meteen duidelijk of we mekaar
zo stevig vastpakken uit kou of uit liefde
maar misschien is dat hetzelfde.
Want koud is het hier
als in een soort kathedraal, het soort,
diepvriesreligie dat 2000 jaar lang Christus
koel heeft bewaard. En de zon schijnt
als het lichtje in een koelkast.

En de mist ’s avonds lijkt op het soort vaagheid
dat ontstaat in het hoofd van een seniele god
die niets meer, laat staan een landschap,
kan onthouden. Kijk maar waar ie nou weer
Leuven anno 1975 heeft verloren gelegd.

~Herman de Coninck


PS.
Hoe overleven wij de winter.

En de oorlog.
Het stikstofakkoord zonder boeren.
En het gebrek aan ons dagelijks brood.

https://podcast24.nl/episodes/poezie-vandaag/36-februari-herman-de-coninck-hDQPaCzqv

een melkwitte zonde

.

Tegen de vrouw zei Hij:
“Ik veroordeel u ook niet. (…) Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.” (Johannes 8:11).
Over de zondige vrouw, die Jezus’ voeten kwam wassen en inwrijven met olie, zei Hij: “haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele” (Lucas 7:47).

Met weemoed denk ik terug aan de tijd
dat ik nog zondigde…
tegen het zesde en negende.

.

De onvoltooid verleden tijd van gemis en verlangen

Afbeeldingsresultaat voor zwart-wit liggend naakt
Liggend naakt. Jan Wiegers ( 1893 – 1959)

Het meer

(Matth. 8,23-27)


Met gesluierd gelaat, met naakte borsten
verscheen ons een vrouw op het woelige meer.
Ik roeide. Wie van ons die zij volgde
had in zijn bloed deze godsvrucht verbeeld,

deze melkwitte zonde, zacht als het water,
hard als de spiegel waarover zij liep?
Ik trok, de armen vol koorts, aan de spanen.
De Heer glimlachte raadsels. Hij sliep.

Toen schokten wij vast. Om ons schoot het riet
zijn zilveren pluimen. Het water werd slijk.
De Heer ontwaakte, vroeg wie hem riep.
Ik zweeg, de armen beschaamd langs het lijf.

Charles Ducal

°°°

Toen het nog lente was
lag zij naakt
in het genadige gras

als een melkwitte zonde

later toen het zomer werd
en ik in bloei stond
leek zij op deinend water

en was ik klaar voor een duik in de schaamte

maar het werd nooit wat

View original post 46 woorden meer